Voor het begin van de agilityproeven wordt een “standaard parcourstijd (S.P.T.)” en een “maximum parcourstijd (M.P.T.)” [info] vastgelegd.
De beslissingen van de keurders kunnen niet in vraag gesteld worden noch ter discussie staan en zijn altijd bindend.
Algemeenheden:
De bedoeling is om de hond het parcours in een vastgestelde volgorde, zonder fouten en binnen de S.P.T. te laten afleggen. De S.P.T. is daarbij slechts een basisgegeven, een agility-parcours is een balans tussen bekwaamheid en snelheid.
Totaal aantal strafpunten: alle parcoursfouten plus de tijdfouten
Strafpunten: twee soorten fouten zijn van toepassing:
Tijdfouten :
Overschrijden van de S.P.T. = 1 strafpunt per seconde (gerekend: 100sten / sec.)
Fouten gemaakt op het parcours :
1. Algemene fouten:
De geleider mag niet tussen de paaltjes lopen die de ‘START’ en ‘FINISH’ afbakenen. Gebeurt dat wel dan krijgt hij 5 strafpunten en loopt de tijd indien hij hierdoor de klok start.
De geleider die voordeel behaald door het aanraken van de hond of een toestel wordt bestraft: 5 strafpunten per keer.
De geleider raakt opzettelijk een toestel aan: 5 strafpunten per keer.
2. Fouten op toestellen: elke fout wordt bestraft met 5 strafpunten:
– Afwerpen: Het is een fout telkens er een onderdeel van een toestel valt.
– Weigering: Deze fout wordt toegepast telkens: een hond tot stilstand komt voor een toestel of een hond die niet meer in beweging is op het parcours. Een hond die zijwaarts wegloopt om het toestel te vermijden, een toestel voorbijloopt en moet terugdraaien om het toestel te kunnen nemen, tussen het kader en de hoepel springt, de vertesprong schuin in- of uitspringt of door de vertesprong wandelt, een voet of het hoofd in een tunnel steekt en er terug uitkomt.
– Contactvlakken: Op de dakschutting, de wip en de hondenloop moet de hond, zowel bij het op- en aflopen van het toestel, minstens één voet of een deel van een voet op het raakvlak zetten. Niet raken van het contactvlak is telkens een fout.
– Iedere weigering moet hersteld worden anders zal er uitsluiting op volgen. Dit geldt ook voor de slalom waar de geleider de gemaakte fouten moet herstellen.
– Andere fouten ( afwerpen van een toestel of missen van een raakvlak) worden bestraft maar de geleider vervolgt zijn weg.
3. Fouten op bepaalde toestellen:
De hondenloop: de hond die van het toestel springt vooraleer zijn vier poten het afdalend gedeelte hebben geraakt, wordt bestraft met een weigering.
De wip: de hond die van het toestel springt voordat hij het middelpunt passeert, wordt bestraft met een weigering. Bij het verlaten moet de wip de grond raken, zo niet wordt dit bestraft met een fout.
De dakschutting: een hond die van het toestel springt vooraleer zijn vier poten het afdalend gedeelte hebben geraakt, wordt bestraft met een weigering.
De slalom: bij het vertrek bevindt zich het eerste paaltje aan de linkerkant van de hond, het tweede aan de rechterkant, enz. De hond moet dus al ‘slalommend’ tussen de paaltjes door.
Elke slechte ingang zal beschouwd worden als een weigering. Wanneer een doorgang wordt gemist, wordt dit bestraft met een fout – de hond kan slechts éénmaal bestraft worden voor het missen van een doorgang, overige fouten en herstellingen worden aanzien als tijdverlies.
Een hond die door meer dan twee doorgangen terug slalomt, wordt uitgesloten zelfs wanneer deze doorgangen niet direct achter elkaar genomen worden.
De slalom moet volledig en correct afgewerkt worden vooraleer het volgende toestel mag genomen worden en indien de geleider hier geen acht op slaat, wordt de hond bij het nemen van het volgende toestel, uitgesloten.
De vertesprong: de elementen worden zodanig opgesteld dat een bepaalde gewenste lengte (categorieën L – M – S) wordt verkregen.
Schuin in- of uitspringen, naast het toestel lopen of wandelen over het toestel, is een weigering.
Een element omver springen, een voet op de grond zetten tussen de elementen of steunen op één van de elementen, is een fout.
Licht aanraken van een onderdeel wordt niet bestraft.
De hond of de geleider worden niet bestraft wanneer ze een hoekpaal van de vertesprong aanraken of omver werpen, zelfs als hierdoor een element van de vertesprong zou omvallen.
Dubbel sprong: wordt gekeurd zoals een enkel sprong.
Breekbare band: als de band breekt bij een weigering: uitsluiting.
Als de band breekt wanneer de hond erdoor gaat: 5 strafpunten.
Fouten met uitsluiting tot gevolg:
– Onbehoorlijk gedrag tegenover de keurmeester
– Ruw gedrag tegenover de hond
– Overschrijden van de “Maximum Parcours Tijd”
– Bij de derde weigering op het parcours
– Verkeerd parcours volgen of een toestel vergeten te nemen
– Een toestel in de verkeerde richting nemen
– Nemen van een hindernis (over of onder) door de geleider
– Door de geleider aanraken van de elektronische tafel waardoor het aftelmechanisme start.
– Herplaatsen van de hond nadat deze door de “start” is gegaan (behalve wanneer dit gebeurt op advies van de keurmeester).
– De hond heeft een halsband om of de geleider houdt iets in de hand
– De geleider werkt het parcours niet af zonder dat dit gebeurt op advies van de keurder.
– De hond bevuilt of verlaat het terrein of is niet meer onder de controle van zijn geleider.
– De hond knapt/bijt voortdurend naar de geleider.
– De hond of de geleider raken een toestel aan waardoor het niet langer correct kan genomen worden.
– Starten vooraleer de keurder het start signaal heeft gegeven.
Uitsluiting betekent ‘diskwalificatie’ en, behalve wanneer de keurmeester anders beslist, dient de geleider met zijn hond onmiddellijk het terrein te verlaten. Een uitsluiting wordt op een duidelijke manier gesignaleerd door de keurmeester.
Alle niet voorziene gevallen worden door de keurmeester opgelost.
Van bij het begin tot bij het einde dient de keurmeester consequent te zijn.
Force majeure:
Voor gevallen waar de geleider niets kan aan verhelpen (toestel omgevallen, slappe tunnel dicht geplooid, enz.) kan de keurmeester de geleider doen stoppen. Nadat alles in orde is gebracht, laat de keurmeester de hond opnieuw starten. De reeds bestrafte fouten, op het moment dat de hond werd gestopt, blijven behouden. De geleider dient het parcours echter wel zo goed mogelijk af te werken. Vanaf het punt waar de hond gestopt werd, zal er verder gekeurd worden.
Kwalificaties / Vermeldingen
Voor de proeven worden volgende kwalificaties toegekend:
– Totaal van 0 tot 5.99 strafpunten: Uitmuntend
– Totaal van 6 tot 15.99 strafpunten: Zeer Goed
– Totaal van 16 tot 25.99 strafpunten: Goed
– Totaal van 26 (of meer) strafpunten: Niet gekwalificeerd