Natuurlijk kom je niet onvoorbereid naar de hondenschool. Wanneer je voor de eerste keer komt is het best enkele noodzakelijke attributen mee te brengen. Wat heb je zeker nodig :
-Poepzakjes.
Gebruik bij voorkeur biologisch afbreekbare poepzakjes. Deze zijn in iedere speciaalzaak te koop. Vraag ernaar. Een ongelukje is snel gebeurd, zeker bij jonge honden. Wees hierop voorbereid, zo blijven onze oefenvelden proper.
– Een halsband.
Belangrijk is dat deze aangepast is aan jouw hond. Het gezond verstand helpt je hier al veel. Het heeft geen enkele zin een kleine hondje een dikke of zware halsband aan te doen, of een grote hond een fijn dun halsbandje.
Er bestaan verschillende soorten halsbanden. De meestgebruikte zijn de gewone halsband van leer of nylon die iedereen wel kent. Dit soort halsband is in de meeste gevallen ideaal om in de hondenschool te gebruiken. De nylon halsband met druksluiting is gemakkelijker in gebruik dan eentje met een gesp, omdat je die gemakkelijker kunt openen en sluiten.
Verder zijn er nog de verschillende soorten slipkettingen of slipbanden. Deze zijn in de meeste gevallen niet aan te raden. Vraag uitleg aan je instructeur als je denkt deze toch nodig te hebben. Heel dikwijls vinden jullie samen een oplossing die aangenamer is, zowel voor jezelf als je hond. Als je een slipband gebruikt moet deze dikker zijn dan 8mm. Voor een klein hondje mag de dikte 6mm zijn..
-Een riem.
Een nylon of leren riem met musketonsluiting van ongeveer 1,20 tot 1,50m lang is ideaal. Langere of kortere riemen zijn onhandig in gebruik.
-De juiste snoepjes.
In onze hondenschool wordt beloningsgericht geoefend en de beste beloning voor je hond is toch meestal een snoepje. De snoepjes moeten aangepast zijn aan je hond, dus groter of kleiner naargelang je hond. Het is de bedoeling dat je hond niet moet kauwen op zijn beloning, dus zachte snoepjes en geen harde. In onze hondenschool (en de meeste dierenspeciaalzaken ) wordt speciale worst verkocht die ideaal is om mee te oefenen. De meeste honden zijn verzot op deze worsten. Snij in stukjes aangepast aan de grootte van jouw hond. Deze worsten zijn echt hondenvoer, ze zijn dus ook gezond. Probeer ze maar eens uit. Ook kan je blokjes cervela, rookworst en dergelijke gebruiken, maar deze zijn natuurlijk geen aangepast hondeneten. Test maar uit welke snoepjes jouw hond het liefste lust.
-Een speeltje.
Tussen de oefeningen moet er gespeeld worden met je hond. Voorzie daarom een balletje aan een koord of een van zijn favoriete speeltjes. Natuurlijk mag je bij het spel de andere honden niet storen, dus een balletje om weg te gooien kan natuurlijk niet.
-Een apporteervoorwerp.
Het woord zegt het: hiermee leren we je hond apporteren. Deze bestaan onder verschillende vormen: een dummy en een apporteerblok zijn de meest gebruikte, maar soms kan bv een gevulde kous een goede “beginnersapport” zijn. Kies iets uit waar jouw hond enthousiast op reageert. Kies ook iets dat je hond gemakkelijk kan dragen, dus niet te groot voor een kleine hond en een groter formaat voor een grote hond. Zeker bij pups (met een onvolwassen gebit) is het belangrijk dat de apport niet te hard is. Soms is fantasie nodig om de juiste apport uit te kiezen. Raad kan je natuurlijk altijd vragen aan je instructeur.
Het apporteervoorwerp is geen speeltje. Het wordt dus enkel gebruikt om te apporteren.
-Liefde, respect en geduld.
Het beste resultaat zal je behalen als je je hond met liefde, respect en geduld probeert op te voeden.
Oefenen gaat beter op een proper veld. Lees hier hoe je de terreinen proper houdt.
Hondenschool KV De Drie Linden
Hondenschool gespecialiseerd in gehoorzaamheid en agility