Een tweetal keer per jaar organiseren we een socialisatietest. Voordat je aan de brevetproef (gehoorzaamheid) of de TAP (agility) kan deelnemen moet je geslaagd zijn voor de socialisatietest. Deze beide op dezelfde dag afleggen mag niet. Je hond moet minimum 9 maanden oud zijn om te mogen deelnemen. Denk eraan om je tijdig in te schrijven. Jouw instructeur kan je alle informatie hierover geven.
In deze test wordt beoordeeld of je hond geen tekenen van angst of agressiviteit vertoont.
Dit gebeurt door 2 keurmeesters van de KKUSH.
Inschrijven voor de socialisatietest in onze club kan je hier.
Bij de socialisatietest worden geen punten gegeven, enkel de beoordeling geslaagd of niet geslaagd.
Positief in de beoordeling zijn: zelfbewust / zeker / opmerkzaam / temperamentvol / speels / onbevangen.
Negatief zijn: niet onder controle / onzeker / angstig / bijterig / agressief; deze honden worden uitgesloten en zijn bijgevolg niet geslaagd.
Tussen de oefeningen mag de hond beloond worden door lichte aanrakingen en als de keurmeester het toelaat een snoepje
Een hond die niet slaagt mag na 4 maanden een tweede test aanvragen. Hiervoor bestaat een speciale procedure (vraag dit na op de club).
Samengevat bestaat de socialisatietest uit een deel dat plaatsvindt op de trainingsvelden en een deel op de openbare weg :
Hou er rekening mee dat de beschrijving van de proeven niet absoluut is. Soms kunnen deze licht variëren. De keurmeesters leggen de oefeningen altijd zeer goed uit. Onderaan deze pagina staan enkele filmpjes die ongeveer weergeven hoe de test verloopt.
Het gedeelte op de trainingsvelden :
1) Laten betasten van de hond.
De hond moet zijn tatoeage of ingeplante chip laten controleren. (De geleider mag de hond vasthouden).
De hond die agressief of angstig reageert, wordt uitgesloten voor verdere deelname aan de proef.
2) Wandeling aan de leiband. (Leiband min. 1m lang)
– Een weg van ten minste 25m lang met een linkse en een rechtse hoek, wordt afgelegd waarna men door een groep van ten minste zes bewegende, pratende personen slalomt en stopt in het centrum van deze groep.(oppervl. 25m²)
– Daarna neemt de geleider met zijn aangelijnde hond plaats op 10 m van de groep en worden geleider en hond door de groep ingesloten tot op een afstand van 1m. Het is van belang dat de groep de hond op een rustige manier insluit en de afstand van 1m tot de hond respecteert. Op teken van de keurmeester gaat de groep terug uit elkaar.
-Daarna laat de geleider de hond achter op 10m van de groep. Iemand, meestal een van de keurmeesters, zal de hond aan de lijn vasthouden. De geleider gaat terug naar de groep en wordt ingesloten. Op aangeven van de keurmeester roept de geleider haar of zijn hond bij zich. De hond moet dan tot bij de geleider komen in de groep. Je mag de hond op alle mogelijke manieren aanmoedigen om bij je te komen, alleen niet met voedsel of een speeltje. De halsband en de leiband mag je gedurende de ganse proef aanlaten.
Beoordeling:
Niet de kwaliteit van het volgen maar wel de manier waarop de hond met zijn geleider het te volgen traject aflegt is het criterium. Vreugdig, aandachtig zonder angst of druk.
De hond dient zich rustig en zonder onzekerheid te gedragen gedurende het insluiten. Opspringen of blijken van speelsheid zijn niet negatief.
Tijdens de laatste fase van de test beoordeelt men niet in hoeverre de hond onder appel staat maar wel of de geleider in staat is de hond onder controle te brengen en te houden. De hond moet ook rustig en zelfverzekerd zijn tussen een groep mensen.
3) Gedrag zonder aanwezigheid van geleider.
De geleider laat de hond achter op een vooraf bepaalde plaats aan een leiband van 3m lang. De houding (zit, af, staan) speelt hierbij geen rol. De geleider gaat uit het zicht
van de hond gedurende 2 minuten. Gedurende deze periode wordt de hond voorbij gegaan door 2 personen zonder hond en daarna door 2 personen met hun hond. Deze blijven op 2 meter buiten het bereik van de hond.
Deze oefening wordt door iedere deelnemer apart uitgevoerd.
Beoordeling:
Ook hier mag de hond geen tekenen van angst of agressie vertonen. Veranderen van houding of veranderen van plaats vormen geen probleem.
Het gedeelte op straat met een normale circulatie van verkeer. (mensen en voertuigen).
4) De geleiders wandelen met hun hond in groep (max 12 personen per groep)
De groep wordt twee maal gekruist door : ( 2 maal met tegemoetkomend verkeer)
– Minimum twee personen zonder hond.
– Een jogger op een afstand van 1m.
– Een fietser op een afstand van 1.5m.
– Een auto die aan een snelheid van 40km/u rijdt op een afstand van 3m.
Tot slot zal de groep in twee worden gesplitst waarna de twee groepen elkaar twee maal, hond aan hond kruisen.